Symptomen van atriumfibrilleren (boezemfibrilleren)

Niet iedereen met boezemfibrilleren ervaart dezelfde symptomen. Sommige patiënten hebben al jaren boezemfibrilleren zonder er iets van te merken. Andere mensen met atriumfibrilleren (boezemfibrilleren) voelen hun hart snel of onregelmatig kloppen. Dit kan onrust geven en soms ook beangstigend zijn. Bij lichamelijke inspanning kan men sneller moe worden of kortademig. Duizeligheid en een licht gevoel in het hoofd horen ook bij de klachten. Maar niet iedereen merkt het als hij of zij atriumfibrilleren heeft.

Mogelijke symptomen zijn:

  • Hartkloppingen (plotseling bonzen, fladderen of rammelen in de borst)
  • Gebrek aan energie
  • Vermoeidheid
  • Duizeligheid
  • Pijn, druk of alleen vervelend gevoel op de borst
  • Kortademigheid
  • Lusteloosheid
  • Gejaagdheid
  • Afgenomen inspanningsvermogen

Complicaties van atriumfibrilleren

Atriumfibrilleren (boezemfibrilleren) kan binnen 2 dagen vanzelf overgaan. Soms duurt het langer of komt het steeds terug. Het bloed in het hart kan daardoor trager gaan stromen. Als het atriumfibrilleren langer dan twee dagen doorgaat, is er een gerede kans dat er bloedstolsels ontstaan.

Deze bloedstolsels kunnen vanuit het hart in een bloedvat in de hersenen terechtkomen. Het stolsel kan dan in de hersenen vastlopen in een bloedvat en dit bloedvat afsluiten. Een gedeelte van de hersenen krijgt dan geen zuurstof en dan is er sprake van een TIA (bij een tijdelijke afsluiting) of herseninfarct (bij een duurzame afsluiting). Hierdoor kan een gedeelte van de hersenen afsterven met alle mogelijke gevolgen van dien. De kans op een beroerte is bij patiënten met boezemfibrilleren ongeveer 5 keer groter dan bij gezonde mensen. De arts kan aan de hand van de CHADS2-score inschatten hoe groot de kans op een beroerte is en aan de hand daarvan een behandeling met medicijnen tegen bloedstolling inzetten.

Bloedstolsels kunnen ook naar andere organen wegschieten (emboliseren) zoals nieren, hart en darmen. Ook kunnen bloedpropjes naar de armen of benen schieten tot in de vingers en tenen aan toe.

Verder is bekend dat patiënten met atriumfibrilleren een hogere kans op voortijdige sterfte hebben vergeleken met mensen die geen atriumfibrilleren hebben. Ook worden mensen met atriumfibrilleren vaker opgenomen in het ziekenhuis. In sommige gevallen kan atriumfibrilleren een zogenaamde tachycardiomyopathie veroorzaken. Dat wil zeggen dat de hartspier verzwakt raakt door een langdurig te hoog hartritme.