Hartritmestoornissen

Bij een gezond hart volgend de hartslagen elkaar in regelmatig tempo op. Bij inspanning gaat de hartslag omhoog. Bij ontspanning gaat de hartslag omlaag. Door een elektrische prikkel trekken de boezems van het hart eerst samen om het bloed naar de kamers te verplaatsen. Vervolgens trekken de kamers samen om het bloed naar de longen en naar de rest van het lichaam te sturen.

Dit gebeurt volgens een bepaald ritme: het hartritme. Als dit proces verstoord is doordat de elektrische prikkel verkeerd, te langzaam of te snel door het hart loopt, is er sprake van een hartritmestoornis. Er zijn verschillende soorten hartritmestoornissen, maar de meest voorkomende is atriumfibrilleren (ook wel boezemfibrilleren genoemd).

Er zijn verschillende verstoringen van het hartritme mogelijk:

  • het hart trekt te snel samen
  • het hart trekt te langzaam samen
  • de boezems en kamers van het hart trekken niet in de juiste volgorde samen

Een te snelle hartslag is in de regel een hartslag die steeds boven de 100 slagen per minuut zit (tachycardie). Een te langzame hartslag is in de regel een hartslag die steeds onder de 50 blijft (brachycardie). Afhankelijk van de conditie kan dit wel per individu verschillen. Sporters kunnen bijvoorbeeld een groot hart hebben, waardoor hun hartslag in rust altijd onder de 50 ligt (bijvoorbeeld 45 slagen per minuut).

Is een hartritmestoornis gevaarlijk?

Een hartritmestoornis is vervelend, maar meestal niet gevaarlijk. Bij sommige hartritmestoornissen is er een kans dat er na enige tijd stolsels ontstaan in de boezems van het hart. Als de hartritmestoornis langer duurt, zijn daarom vaak bloedverdunners nodig.

Welke soorten hartritmestoornissen zijn er?

Er zijn verschillende soorten hartritmestoornissen. De meest voorkomende is atriumfibrilleren (ook wel boezemfibrilleren genoemd). Vaker voorkomende hartritmestoornissen zijn:

  • atriumfibrilleren (boezemfibrilleren)
  • boezemflutter
  • kamertachycardie
  • kamerfibrilleren (ventrikelfibrilleren)
  • sick-sinus-syndroom
  • Wolff-Parkinson-White-syndroom (WPW)

Atriumfibrilleren (boezemfibrilleren)

Atriumfibrilleren (boezemfibrilleren) is de meest voorkomende ritmestoornis. Bij atriumfibrilleren is er een heel snel en onregelmatig hartritme in de beide boezems van het hart. Hierbij bewegen elektrische impulsen zich snel en kriskras door elkaar. De elektrische prikkel in de boezems is meer een chaotische trilling dan een reeks impulsen. Hierdoor trekken de boezems niet meer goed samen. De AV-knoop laat bij atriumfibrilleren slechts een deel van de prikkels door naar de hartkamers. Die trekken daardoor te snel en onregelmatig samen.

Boezemflutter

Bij boezemflutter trekken de boezems zich zeer snel samen (250 tot 300 slagen per minuut). De kamers volgen onregelmatig en, hoewel veel langzamer, ook veel te snel.

Kamertachycardie

Bij kamertachycardie trekken de hartkamers zeer snel samen, onafhankelijk van de snelheid waarmee de boezems samentrekken. Dit is een ernstige variant van hartritmestoornissen.

Ventrikelfibrilleren (kamerfibrilleren)

Bij ventrikelfibrilleren (ook wel kamerfibrilleren genoemd) lopen de elektrische prikkels in de hartkamers chaotisch door elkaar. Het hart slaat veel te snel, waardoor de kamers niet meer echt kunnen samentrekken. De bloedsomloop kan hierdoor tot stilstand komen. We spreken dan van circulatiestilstand, beter bekend als hartstilstand. Dit is levensbedreigend. Alleen een elektrische schok kan het hart dan weer op gang brengen.

Sick Sinus Syndroom

Het Sick Sinus Syndroom is een storing in de sinusknoop. De sinusknoop maakt te weinig elektrische prikkels aan en het hart gaat daardoor langzaam slaan. Met een pacemaker is deze aandoening te verhelpen.

Wolff-Parkinson-White-syndroom (WPW)

De elektrische prikkels die door de sinusknoop worden afgegeven, worden normaal gesproken alleen de AV-knoop doorgegeven van de boezems naar de kamers. Bij het Wolff-Parkinson-White-syndroom is er een extra verbinding tussen de boezems en kamers. De elektrische prikkel kan dan ook een andere weg kiezen en wordt dan niet vertraagd of gedempt (de taak van de AV-knoop). Dit kan hartritmestoornissen veroorzaken.

Het Wolff-Parkinson-White-syndroom is een aangeboren hartafwijking. Soms is het syndroom erfelijk.